In de middeleeuwen aten mensen heel veel vis, vlees en gevogelte.

Rijke mensen aten wild en mooie dieren zoals pauwen en zwanen.

Minder rijke mensen aten varken, konijn en kip.

Als er geen koelkasten waren, kookten de mensen het vlees en de vis meteen en deden er daarna heel veel zout bij.

Schoon water was er niet daarom dronken ze bier als in bier gekookt water zat.